Hij begon al tijdens zijn rechtenstudie als freelance redacteur en nieuwslezer bij Radio Amsterdam, Radio Noordzee en Radio 10 Gold. Na zijn afstuderen werkte hij bij Sky Radio, eveneens als nieuwslezer. En sinds 2000 zit hij bij de NOS. Eerst bij het NOS Radionieuws, sinds 2006 ook bij het grote NOS Journaal op televisie. Een leven lang nieuwslezen is misschien een te korte samenvatting van de loopbaan van Jeroen Tjepkema, maar het is wel een rode draad in zijn werkzame leven. In de StemPodcast geeft Jeroen een mini-masterclass over hoe je een verhaal zo vertelt, dat het bij mensen blijft hangen.
• Beluister de aflevering van de StemPodcast met Jeroen Tjepkema op Spotify, of op andere platforms.
- Nieuwsberichten inspreken en zelf schrijven
- Je stem naar de kloten helpen
- Lege klinker afmaken
- Oefeningen voor betere articulatie
- Duidelijker spreken, zonder smekjes
- Beginnersfout: steeds hetzelfde toontje
- Temporiseren om de aandacht te triggeren
- Nieuwslezen zonder dat het opgelezen klinkt
- Alles weer loslaten
Nieuwsberichten inspreken en zelf schrijven
Aanvankelijk wilde Jeroen wel iets met zijn rechtenstudie doen, zoals officier van justitie of rechter worden. Hij kwam echter niet door de toelatingstoets. Maar dankzij de werkervaring die hij tijdens zijn studie bij diverse radiostations had opgedaan, kreeg hij de kans om bij Sky Radio aan de slag te gaan. Sindsdien heeft hij het vak van nieuwslezen niet meer verlaten. Al doet hij bij de NOS veel meer dan dat. Nieuwslezers zijn namelijk ook ‘gewoon’ redacteuren. Ze schrijven hun berichten dan ook zelf. “Vroeger had je bij de NOS nog wel af en toe nieuwslezers die kwamen opdraven om alleen het nieuws voor te dragen”, zegt Jeroen. “En de redacteuren en eindredacteuren stelden de berichten dan voor hen samen. Maar al sinds de jaren tachtig, denk ik, is dat niet meer zo en schrijven de nieuwslezers hun eigen teksten, zeker bij de NOS.”
Je stem naar de kloten helpen
Nieuwslezen is, net als bijna alles in het leven, een ervaringsvak. “Als je begint, ben je niet meteen een goede nieuwslezer. Ik denk dat ik opnames van mezelf van dertig jaar geleden niet aan zou kunnen horen. Zoiets vormt zich in de loop der jaren. En je moet er ook aan blíjven werken. Ik zou sowieso iedereen die in dit vak werkzaam is, aanraden om af en toe even naar logopedie te gaan. Even naar je stem laten luisteren. Omdat er altijd dingen zijn die anders of beter kunnen. Of omdat je je stem misschien verkeerd gebruikt en naar de kloten helpt. Ook als je dit werk al jaren doet, is het goed om af en toe naar je stem te laten luisteren. Is je ademhaling wel goed? Komen de klinkers er nog wel mooi uit? Dat soort dingen.”
Lege klinker afmaken
Jeroen heeft zijn articulatie heel goed op orde, en dat heeft hij mede te danken aan adviezen die hij ooit kreeg van de bekende logopedist Johan Wolder (inmiddels overleden). “Hij vond mijn ‘ij’ niet heel mooi en wees me erop dat de ij-klank bestaat uit een ‘e’ en een ‘i’. Als je de ‘ij’ of ‘ei’ niet mooi afmaakt met die i, dan krijg je een hele lege klinker. Dan wordt het ‘ai’. Wat je niet moet hebben, zijn die lege klinkers. ‘Ui’ is ook zo’n dubbelklank die je mooi moet afmaken.”
Oefeningen voor betere articulatie
“Hij leerde me ook oefeningen voor een betere articulatie. ‘Hij poetst de postkoets met postkoetspoets’. Mooi vóór in de mond, tegen je tanden aan. En ademhalingsoefeningen natuurlijk. Die zijn ook heel belangrijk. Kijk, als je gaat zingen, dan doe je stemoefeningen. Anders kun je niet op een podium gaan zingen. Als je voor radio werkt, moet je eigenlijk ook oefeningen doen. Dus soms, als ik in de ochtend naar mijn werk ga, doe ik eerst wat ademhalingsoefeningen en dan dit: tippe-tappe-toppe-tippe-tappe-toppe-tippe-tappe-toppe.”
Duidelijker spreken, zonder smekjes
Dit soort articulatieoefeningen zorgt voor een betere mondmotoriek. Je traint er je tong- en mondspieren mee, zodat je veel puntiger en duidelijker gaat spreken. Zo komt de boodschap beter over en het voelt voor jezelf ook meer ‘in control’. Zoals sporters bepaalde spiergroepen trainen om beter te presteren, zo zouden sprekers en nieuwslezers ook hún belangrijkste spiergroepen moeten trainen. Bijkomend voordeel van een scherpe articulatie, en nu spreek ik vanuit mijn ervaring als voice-over: je hebt geen last meer van smakjes en klakjes als je spreekt. Je ‘speekselregulatie’ – een mooi scrabblewoord waarvan ik eigenlijk niet eens weet of het bestaat – is beter als je mond- en tongspieren getraind zijn. Heel fijn, want de microfoon waarin je spreekt, die registreert alles. En niets is zo hinderlijk voor een luisteraar als het gesmek van een spreker. Jeroen: “Wat ook helpt tegen te veel speeksel: geen cola of koffie met suiker drinken voordat je achter de microfoon gaat zitten. Want dat hoor je.”
Beginnersfout: steeds hetzelfde toontje
In het interview komt Jeroen met nog meer logopedische tips, zoals het verzachten van de ‘harde schraap-G’. Maar nog interessanter wordt het als ik naar zijn visie op nieuwslezen vraag. Wat maakt dat tot een aparte tak van sport binnen het ‘spreekbedrijf’? “Het belangrijkste van een nieuwsbericht is de eerste zin. Die zegt bijna alles. Met die ene zin zou je al toe moeten kunnen. Ik denk niet dat je álles van het nieuws in de eerste zin moet proppen, maar wel bíjna alles. In ieder geval het belangrijkste. De zinnen die daarna volgen, geven antwoord op vragen als ‘Wie?’, ‘Wat?’, ‘Waar?’, ‘Hoe?’ en ‘Waarom?’. Die geven dus meer uitleg. De nadruk op de eerste zin heeft als risico dat je bij elk bericht steeds met je stem dezelfde accenten legt. Dat is de fout van beginnende nieuwslezers; zij lezen elk bericht met hetzelfde toontje. Je moet dus variëren. Soms ga je omhoog, soms omlaag, soms lees je wat sneller, dan weer wat langzamer.”
Temporiseren om de aandacht te triggeren
Je kunt ook met harder en zachter werken, dus met volume. Met pauzes – veruit de belangrijkste tool om de aandacht te triggeren – kun je in nieuwsberichten niet zo veel, aldus Jeroen. Daar is te weinig tijd voor. “Maar je kunt wel iets met tempo, je kunt temporiseren. Als je bijvoorbeeld een moeilijk woord hebt, dan kun je dat wat langzamer uitspreken. Dan zet je zo’n woord echt neer.” Hij denkt na over een voorbeeld, ik roep een moeilijk woord dat mij te binnen schiet (‘obstipatie’, vraag me niet hoe ik erbij kom) en de professional in hem staat op. Alsof ik niet met hem in een gesprek zit, maar naar een fragmentje radionieuws luister, zegt hij op de van hem bekende toon: “Steeds meer mensen hebben last van ob-sti-pa-tie.” Door heel subtiel het tempo te vertragen, triggert hij meteen de aandacht.
Nieuwslezen zonder dat het opgelezen klinkt
Overal waar ‘te’ voor staat … je kent dat gezegde wel. Dat geldt ook voor variatie bij nieuwslezen. Te veel variatie zorgt er bijvoorbeeld voor dat een nieuwsbericht alle kanten opschiet. “Dat is natuurlijk ook niet goed. Het is continu aftasten in hoeverre je schrijftaal – want dat is het – zo goed mogelijk kunt omzetten in spreektaal, zonder dat het opgelezen klinkt. Het is dus de kunst om die berichten zo op te schrijven dat ze dicht bij de spreektaal komen. Daarom is het ook zo belangrijk dat je als nieuwslezer zelf je teksten schrijft of herschrijft, of ze in ieder geval van tevoren goed leest. Zodat je heel goed weet wát je vertelt. Je moet ook altijd iemand in je hoofd hebben, dus iemand vóór je zien, aan wíé je het vertelt.”
Alles weer loslaten
Uiteindelijk, als je alles over techniek weet, moet je dat juist weer gaan loslaten, weet Jeroen. “Als je nog niet zo geoefend bent, zit je daar de hele tijd mee in je hoofd. Dat hoor je meteen. Dus op een gegeven moment moet je het loslaten. Als je de techniek behéérst, dan hoef je daar niet meer aan te denken. Dan kun je het loslaten en gaan dingen vanzelf. Dan vertel je zo’n tekst veel natuurlijker.”
• Beluister de aflevering van de StemPodcast met Jeroen Tjepkema op Spotify, of op andere platforms.
Naschrift: deze podcast is van 2021. Dit artikel is een recente, zo tijdloos mogelijke bewerking van het interview.