Luisterboekenspecialist en voice-over Christel Schimmel in de StemPodcast: ‘Elke ‘n’ uitspreken. Dat vind ik echt knijterlelijk’
Als je wel eens audioboeken luistert, dan is de kans groot dat je Christel Schimmel een keer voorbij hebt horen komen. Christel spreekt namelijk al sinds 1997 luisterboeken in en heeft er inmiddels vele honderden op haar naam staan. Ze is dus echt een autoriteit op dat gebied, al doet ze ook ander inspreekwerk. In de StemPodcast vertelt ze over de do’s en de dont’s van het inspreken van luisterboeken.
• Beluister de aflevering van de StemPodcast met Christel Schimmel op Spotify, of op andere platforms.
Begonnen als vrijwilliger voor een goed doel
Christel begon in 1997 als vrijwilliger met het inspreken van audioboeken. Ze deed dat voor een organisatie (nu: Dedicon) die tekst en beeld voor iedereen – met name voor mensen met een visuele beperking – toegankelijk wil maken. Op een gegeven moment kon ze daar in dienst komen. Ze bleef boeken inspreken en ging andere, beginnende insprekers trainen. Sinds 2010 is ze zelfstandig voice-over, met nog altijd audioboeken als specialisme. Maar hoe kwam zij eigenlijk op dit spoor?
Luisterboeken inspreken: combinatie van stem, drama en liefde voor lezen
“Nou, om heel eerlijk te zijn: geen idee”, zegt Christel. “Ik wilde met mijn studie logopedie eigenlijk de kant van de gebarentaal op. Dat was mijn grootste fascinatie. Ik Niet het beter of netter spreken. Dat vind ik helemaal niet interessant. Dus na een halfjaar kwam ik erachter dat dat niet echt mijn studie was. Maar stem en stemgebruik vind ik wél fascinerend. Dus toen ben ik taal- en literatuurwetenschap gaan studeren. Want ik hou ontzettend van lezen. Maar toen ging ik toneelspelen en dat vond ik nóg leuker. Dus toen ben ik weer van studie veranderd en ging ik leren voor dramadocent. En díé studie heb ik afgemaakt!! Als voice acteur komen die drie dingen natuurlijk samen! Je bent bezig met je stem, je houdt van boeken lezen en je maakt er iets van omdat je een drama-achtergrond hebt.”
Inhoud maakt niet zo veel uit
Inmiddels is Christel honderden audioboeken verder en mag ze een autoriteit in haar vakgebied genoemd worden. Zeker met de vlucht die audioboeken de laatste jaren hebben genomen. Maar hoe werkt het eigenlijk? Hoe komt ze aan opdrachten en hoe vliegt ze zo’n tekst aan? “Een uitgever komt met een boek en benadert een van mijn opdrachtgevers. Die stelt dan drie stemmen voor, waaronder die van mij. Als mijn stem dan wordt uitgekozen, krijg ik de pdf van het boek met de vraag: ‘Lijkt het je wat en heb je er dan en dan tijd voor?’” Christel is daar vrij makkelijk in, zegt ze. De inhoud van een boek maakt haar niet zo veel uit. Bij Dedicon vinden ze dat alles wat wij kunnen lezen ook voor blinden beschikbaar moet komen. Dus of dat nou porno, een thriller of een streekroman is, dat maakt niet uit. En daar ben ik het mee eens. Dus het maakt mij niet zo veel uit wat voor boek het is, al begin ik daar wel een beetje van terug te komen.
Slecht geschreven boeken
Sommige boeken zijn zó slecht geschreven, dat het echt niet leuk meer is om ze in te spreken. Dat heeft vooral te maken met de slechte vertaling. Dat is heel vervelend werken. Je bent dan niet een verhaal aan het vertellen, maar je bent aan het redigeren.” Dit is lastig te voorkomen, zegt Christel. Voordat ze een opdracht aanneemt, leest ze een paar pagina’s. Niet het hele boek. Als het dan slechter geschreven of vertaald is dan ze inschatte, heeft ze al ‘ja’ gezegd.
Zo min mogelijk emotie
Als Christel een boek voor mensen met een visuele beperking inspreekt, legt ze er zo min mogelijk emoties in. Veel minder dan bij boeken voor een algemeen publiek. “Blinden wíllen dat ook niet. Zij wilden hun eigen fantasie kunnen loslaten op het boek. Als ik het dan heel erg invul met mijn emoties, kunnen zij er niet zo veel mee. Zij willen gewoon de woorden tot zich laten komen, niet mijn emoties.” Inmiddels is dat wel aan het veranderen, zegt Christel. Omdat ook blinden en slechtzienden gebruik maken van platforms als Storytel, waarop tal van luisterboeken staan, raken ze gewend aan hoe andere boeken worden ingesproken. Daardoor begint hun smaak te veranderen. “Het begint naar elkaar toe te groeien.”
Erotische boeken inspreken
Toch is er nog steeds een verschil. Boeken die voor iedereen bedoeld zijn, spreekt Christel met meer emotie en kleur in haar stem in. Bijvoorbeeld erotische boeken, die ze om begrijpelijke redenen onder een pseudoniem inspreekt. “Ik ben een mens en heb een erotisch leven. Dus wat ik dan doe, is gewoon lezen wat er staat en de gevoelens van de vrouw verwoorden. Ik hoef niet keihard te kreunen of zo. Dat moet je ook niet willen. Daar wordt het niet mooier van. Maar je moet wel laten horen dat het iets met je doet. Dat je verliefd bent. Of alleen maar geil.” Toch zal ze er nooit té veel van zichzelf in leggen. “Je moet altijd helemaal ten dienste staan van het boek. Bovendien: als er íéts vervelend is om naar te luisteren, dan zijn het voice-overs die van zichzelf vinden dat ze zo’n mooie stem hebben. En daar ook van genieten. Zo van: kijk mij dit eens mooi uitspreken. Daar word ik heel kriegel van.”
Getrainde stem, geen last van heesheid
Er zijn dagen dat ze, weliswaar met onderbrekingen, vijf uur aan het inspreken is. Last van heesheid heeft ze nooit. “Heb ik wel gehad, maar nu niet meer. Dat is echt training, denk ik. Het zijn gewoon spieren hè. En als je die elke dag traint, door in te spreken, dan heb je er niet zo veel last van. Maar voor iemand die dit voor het eerst doet, die bijvoorbeeld zijn eigen boek wil inspreken, is dat natuurlijk heel anders. Dan is het een enorme belasting voor je stem. Je bent het niet gewend. Je voelt onzekerheid en spanning. Dat zet zich allemaal vast op je stem, waardoor je sneller hees wordt.”
Dingen weggeven met je stemklank
Eerder zei Christel al dat ze, voordat ze een opdracht aanneemt, een paar pagina’s van de tekst doorneemt. Zo bereidt ze zich ook voor als ze eenmaal aan een klus begint. “Op die manier ontdek ik wat de sfeer is, de schrijfstijl. En welke namen erin voorkomen, hoe ik die moet uitspreken. Daar hou je dan rekening mee. En ik wil bewust het einde van het verhaal nóóit weten. Want dan ga ik dingen toch invullen. In een thriller ben ik bijvoorbeeld echt bang dat ik heel veel weggeef door een bepaalde stem. Als je al weet dat iemand de bad guy is, dan ga je dat onbewust toch een beetje invullen. Dat hoor je. En dat wil ik absoluut niet.”
Bij een kampvuur een verhaal vertellen
Ze experimenteert wel eens met verschillende toonhoogtes. De mannenstem doet ze dan iets lager dan de vrouwenstem. Maar er zijn mensen die daar heel allergisch voor zijn. Dat krijgt ze terug via bijvoorbeeld de beoordelingen op Storytel. “De stem is nu eenmaal heel persoonlijk. Ik vind sommige stemmen ook niet fijn om naar te luisteren.” Ze heeft zelfs een uitgesproken ‘allergie’ op dat gebied: als iemand elke ‘n’ uitspreekt. “Daar kan ik echt niet tegen. Dus dat doe ik niet, en daar word ik dan ook weer op afgerekend. Zo van: die vrouw maakt de woorden niet af, ze zegt de n niet. Maar ik vind het gewoon knijterlelijk. Zo praat je niet. Ik wil dat het klinkt alsof ik bij het kampvuur een verhaal zit te vertellen. En niet als een logopediste alle letters zit uit te spreken. Ik kan daar echt niet naar luisteren.” Andere ‘allergieën’ van Christel zijn te langzaam lezen en ademhalingen die je steeds hoort. “Dus dat je elke ademhaling, of het nu bij een punt of bij een komma is, steeds hoort. Dan ga ik mee zitten ademen. Daar word ik heel opgefokt van.”
Foutloos aanleveren
Een luisterboek levert uren inspreekwerk op. En daar zitten natuurlijk ook wel eens versprekingen, verkeerd gelegde klemtonen of andere fouten in. Die haalt Christel er altijd meteen uit. Ze levert de audio foutloos aan de nabewerker aan. Dat nabewerken deed ze jarenlang zelf. “Maar het is niet waar mijn hart en mijn liefde liggen.”
Hóé je iets zegt is belangrijker dan wát je zegt
Tot slot nog een stelling: Wát je zegt, doet er niet zo veel toe. Het gaat er vooral om hóé je het zegt. Christel is het zeer met deze stelling eens. “Er is wel eens onderzoek gedaan naar wat mensen nou eigenlijk onthouden. En dan is hóé iets gezegd wordt veel belangrijker dan wát er gezegd wordt. Als je daar geen aandacht aan besteedt, dan onthouden mensen niks, want het komt niet binnen. Je moet mensen de tijd geven om het tot zich door te laten dringen, dus je tempo moet goed zijn. En je moet op de goede momenten pauzes inlassen, zodat mensen het even kunnen laten bezinken. En dat heeft allemaal met het hoe te maken, en niet met wat.”
• Beluister de aflevering van de StemPodcast met Christel Schimmel op Spotify , of op andere platforms.
Naschrift: deze podcast is van 2021. Dit artikel is een recente, zo tijdloos mogelijke bewerking van het interview.